Let op! Dit is aanvullende tekst op het hoofdstuk "Verkeersregels en verkeerstekens" in je app:
Lees dit rustig door. Vragen op je examen gaan over:

  • Verkeersborden.
  • Tekens op het wegdek. 
  • Aanwijzingen.

Volgorde van de regels en tekens op volgorde van belangrijkheid.

  1. Aanwijzingen
  2. Verkeerstekens
  3. Verkeersregels

Aanwijzingen volg je op door diegene die bevoegd is dat te doen. Ook al moet je door rood of over een doorgetrokken streep enz.
Verkeerstekens volg je op. Zoals bijvoorbeeld voorrangsborden (dan heeft rechts geen voorrang).
Verkeersregels pas je toe zodra er geen tekens of verkeerslichten zijn.

Verkeersregels en verkeerstekens

In het verkeer heb je te maken met verschillende soorten regels. Regels die in de wet staan zoals rechts voorrang verlenen. Maar ook borden, belijning, verkeerslichten en aanwijzingen.

In het laatste hoofdstuk vind je alle borden en onderborden die in Nederland in het verkeer gebruikt worden. Daar vind je ook de meest voorkomende wegwijzers. Lees dat hoofdstuk aandachtig door. Op het examen moet je in één oogopslag zien waar je mee te maken hebt en hoe je de regel moet toepassen en voor welke verkeersdeelnemer. Ook de verkeersinzichtelijke betekenis is belangrijk.

Image

Als je een verkeersteken ziet, moet je altijd snel oordelen wat het betekent en of je er iets mee moet en zo ja, welke actie en gedrag er dan van je word verwacht.

Image

Een voorbeeld van een Dynamisch Route InformatiePaneel oftewel een DRIP. Dit paneel geeft real-time de informatie weer. Bijvoorbeeld een ongeval of een file verderop je route.

Als er geen verkeersinformatie weer te geven is, dan verschijnen er meestal algemene berichten op.  Zoals niet drinken als je gaat rijden of zoals hier, hou je aan de snelheid.

Image

Hier kan je zien dat de doorgetrokken streep aan de rechterkant van de as van de weg ligt. De tegemoet komende vrachtwagen mag de streep wel overschrijden maar jij mag hier nu niet naar links.

Image

De verhouding tussen de strepen is normaal gesproken altijd 3 meter streep en 9 meter tussenruimte. Als het niet verstandig is om in te halen, plaatsen ze strepen zoals op de foto; 9 meter streep en 3 meter tussenruimte. Een dubbele onderbroken streep heeft een psygologisch effect. Je bedenkt je nu wel twee keer of je wel moet gaan inhalen en als je het doet, wil je het zo snel mogelijk achter de rug hebben. Je bent dan veel alerter.

Image

Hier zie je een enkele onderbroken streep maar net als de foto hierboven is de tussenruimte tussen de strepen kleiner dan de streep zelf.

Image

De meest voorkomende aanduidingen op matrixborden.

Image

Dit was lang geleden de manier om het verkeer op een drukke kruising te regelen. Het middenstuk met "stop" was rood en de schuine zijkanten waren groen. Als het bord gedraaid moest worden, blies de agent op een fluitje en stak zijn arm omhoog zodat iedereen wist wat er ging gebeuren. Dat was in een tijd dat autorijden iets bijzonders was. Er was nog niet veel verkeer op de weg.

Verkeerslichten zijn tegenwoordig zo gemaakt dat er geen onnodig oponthoud is en het verkeer vlot kan doorstromen. Er zijn detectielijnen onder het asfalt gelegd zodat de regeleenheid die langs een kruising staat, weet of er verkeer aankomt of al voor het verkeerslicht stilstaat. De regeleenheid kan dan zien wie er het eerste stilstaat en wie net aan komt rijden. Dan worden er lichten gecombineerd, als rechtsaf groen heeft, kan op de kruisende weg linksaf ook op groen.

Omdat die detectielijnen ook op een paar honderd meter van de kruising gelegd zijn, kan de regeleenheid de lichten alvast op groen zetten als er op de kruisende wegen niets aankomt. En aangezien het sneller gaat wanneer alle lichten op rood staan en alleen de benodigde lichten op groen springen, zul je zien dat wanneer het rustig is, je makkelijker door kan rijden.

Vaak blijven de lichten iets langer dan noodzakelijk op rood staan zodat je misschien nog iets moet afremmen. Ook dat is expres gedaan, de kruising is veiliger als je met 50 of 60 km/u oversteekt dan met 80 of 90 km/u.

Als een verkeerslicht op oranje springt, heb je nog even tijd om de beslissing te nemen of je gaat remmen of doorrijdt. Binnen de bebouwde kom blijft een verkeerslicht ongeveer 2 seconden op oranje, buiten de bebouwde kom is het ongeveer 4 seconden. Natuurlijk moet je stoppen maar als dat echt niet meer mogelijk is dan mag je doorrijden.

Image

Verkeerslichten kunnen op kruisingen een richting aangeven. Als het verkeerslicht naar rechts op groen springt, ben je de enige die dan groen heeft. Je kunt dan ongehinderd de kruising oversteken. Maar kijk toch maar even achter je naar het fietspad.

Voor linksaf geld natuurlijk hetzelfde.

Image

Is het echter een rond verkeerslicht, dan moet je rechtdoorgaand verkeer zoals de fietsers op de foto, voor laten gaan.

En voor linksaf geldt weer hetzelfde alleen heb je dan niet alleen met het fietspad te maken maar alles wat er op de kruising naar je toekomt. Kijk dus ver vooruit om de snelheid van het naderende verkeer goed in te schatten en te beslissen of je moet stoppen of door kunt gaan.

Image

Oversteekplaatsen voor voetgangers zijn natuurlijk ook tweekleurige verkeerslichten. Dit licht staat altijd uit. Bij nadering van verkeer waarvoor gestopt moet worden, springt dit licht op oranje en na een paar seconden op rood. Deze lichten zie je vaak bij trambanen.
Verder heb je ook gele knipperlichten die een gevaar aanduiden of brug- en overweglichten die rood knipperen bij nadering van een trein of een open brug.

Image

De verschillende standen van een verkeerslicht voor trams en bussen. 
Hier word aangegeven:

  • rechtdoor
  • linksaf
  • rechtsaf
  • alle richtingen vrij
  • oranje en rood
Image

De verkeerslichten van trams en bussen in actie. Linksaf is toegestaan en het
rechter verkeerslicht springt net op oranje.

Image

Je nadert een rotonde en je kunt al voor de rotonde voorsorteren. Bedenk wel dat bij nadering van een rotonde, je rechts kan worden ingehaald.

Image

Twee duidelijk voorsorteerstroken. Blokmarkering geeft altijd een scheiding tussen richtingen aan.

Image

Zigzaglijnen zijn een optisch effect waardoor de weg smaller lijkt. Je gaat vanzelf langzamer rijden.

Image

De groene vulling van de asstreep geeft aan dat je op een autoweg zit. Mits er niets is aangegeven, mag je hier dus 100 km/u.

Image

Hier is de wegbeheerder totaal doorgeslagen. Het zag er op de tekentafel waarschijnlijk fantastisch uit.

Image

Als je verkeersregelaar van voren nadert, dan moet je stoppen. Zie je hem aan de achterkant (je komt hem dus van achteren tegemoet) dan rij je door. Pas als hij met twee armen gespreid staat, dan moet alle verkeer op die weg stoppen.

Het is ouderwets maar je moet het toch weten.