Image

 

Slecht wegdek.

 


De conditie van het wegdek is slecht met veel hobbels en kuilen. Vaak zijn er ook werkzaamheden. Bij slecht weer vullen de kuilen zich met water. Het is dan niet meer te zien hoe diep de kuilen zijn. Let ook op fietsers en bromfieters. Ze zullen altijd proberen de plassen te ontwijken.
 
Image

 

Bocht naar rechts.

 


>Gevaarlijke of onoverzichtelijke bocht. Het bord geeft niet aan hoe scherp de bocht is. Probeer zo snel mogelijk die informatie te krijgen door zo ver mogelijk vooruit en door de bocht heen te kijken.
 
Image

 

Bocht naar links.

 


Gevaarlijke of onoverzichtelijke bocht. Het bord geeft niet aan hoe scherp de bocht is. Probeer zo snel mogelijk die informatie te krijgen door zo ver mogelijk vooruit en door de bocht heen te kijken.
 
Image

 

S-bocht(en), eerst naar rechts.

 


Dit bord geeft alleen maar aan dat er een serie bochten aankomen, beginnend naar rechts. Het zegt niet hoeveel bochten er zijn of hoe scherp de bochten zijn. Probeer zoveel mogelijk door de bocht heen te kijken en als dat niet mogelijk is, haal absoluut je snelheid eruit.
 
Image

 

S-bocht(en), eerst naar links.

 


Dit bord geeft alleen maar aan dat er een serie bochten aankomen, beginnend naar links. Het zegt niet hoeveel bochten er zijn of hoe scherp de bochten zijn. Probeer zoveel mogelijk door de bocht heen te kijken en als dat niet mogelijk is, haal absoluut je snelheid eruit.
 
Image

 

Steile helling.

 


Het bord geeft een indicatie over de gemiddelde stijging aan in procenten.. Maar de daler, in dit geval de tegenligger, laat de klimmer voorgaan. Omhoog is vaak lastig, vooral voor vrachtwagens. Let ook op fietsers, ze moeten veel harder trappen, daardoor hebben ze vaak meer ruimte nodig.
 
Image

 

Gevaarlijke daling.

 


Het bord geeft een indicatie over de gemiddelde daling aan in procenten. Maar de daler, jij dus, laat de klimmer voorgaan. Let ook op fietsers, ze moeten veel harder trappen als ze omhoog gaan, daardoor hebben ze vaak meer ruimte nodig. Dalen is een stuk makkelijker.
 
Image

 

Gevaarlijk kruispunt.

 


Haal op tijd je snelheid eruit. Je moet voorrang kunnen verlenen en als het kruispunt onoverzichtelijk is, kan je niet met dezelfde snelheid door blijven rijden. Schakel in ieder geval één versnelling terug. Rem tijdig zodat degene die voorrang heeft, duidelijk ziet wat je van plan bent en hierdoor waarschuw je ook meteen het achterop komende verkeer.
 
Image

 

Rotonde.

 


Vooraanduiding van een rotonde. Dit bord word vaak geplaatst omdat de rotonde niet op tijd zichtbaar is. Vooral buiten de bebouwde kom, als de snelheid wat hoger ligt, kun je de rotonde pas laat zien. Of omdat het zicht belemmerd word door bebouwing of begroeiing.
 
Image

 

Overweg met overwegbomen.

 


Een beveiligde spoorwegovergang. Blijf opletten, techniek is niet onfeilbaar. Let ook op of je het spoor in één keer kunt oversteken, vooral bij file. Door middel van andreaskruisen (zie hieronder) kun je zien of er meerdere sporen liggen.
 
Image

 

Overweg zonder overwegbomen.

 


Onbewaakte spoorwegovergang. Vaak voorzien van een knipperend wit licht die bij een naderende trein overgaat in een knipperend rood licht. Soms zijn er geen lichten maar staat er een stopbord. Kijk goed of je over kunt steken of stop desnoods. Is het zicht slecht of bij mist, stop de auto en draai een raampje open. Je kunt dan horen of er een trein aankomt. Gelukkig komen dit soort overgangen bijna niet meer voor.
 
Image

 

Overweg met enkelspoor.

 


Het andreaskruis geeft aan dat er een enkel spoor ligt.
 
Image

 

Overweg met meerdere sporen.

 


Een dubbel andreaskruis geeft aan dat er meerdere sporen liggen. Het zegt alleen niet hoeveel.
 
Image

 

Bebakening bij nadering van een spoorwegovergang of brug.

 


Elke rode streep op de bebakening is 80 meter. De eerste bebakening geeft 240 meter aan en er staat altijd een bord op om aan te geven of het een spoorwegovergang of een beweegbare brug is. De tweede bebakening geeft aan dat je nog 160 meter verwijderd bent, de derde dus 80 meter.
 
Image

 

Tram(kruising).

 


Een tram heeft een uitzonderingspositie in het verkeer. Hij kan niet uitwijken en heeft een langere remweg. Let ook op voertuigen die op de trambaan mogen rijden zoals politie, ambulance, brandweer en taxi's.
 
Image

 

Beweegbare brug.

 


De opening van een brug word met knipperende rode verkeerslichten geregeld. Reageer er tijdig op, veel bruggen worden op afstand bediend.
 
Image

 

Werk in uitvoering.

 


Matig de snelheid als er wegwerkzaamheden worden uitgevoerd. Wegwerkers zijn niet direct met het verkeer bezig maar met de werkzaamheden. Denk ook aan invoegend en uitrijdend bouwverkeer, modder of bouwresten op de rijbaan, wegverversmallingen enz. Bij asfalteren kan stoomontwikkeling ontstaan dat het zicht beperkt. Extra aandacht voor eventuele fietsers en bromfietsers op de rijbaan.
 
Image

 

Rijbaanversmalling.

 


Kijk ver vooruit en let op tegemoet komend verkeer en bestuurders die jou inhalen. Los het samen op. Het voor laten gaan is niet altijd door borden geregeld.
 
Image

 

Rijbaanversmalling rechts.

 


Bij versmallingen aan jou kant moet je opletten op tegemoet komend verkeer. De blokkade ligt op jou weghelft en je moet de tegemoet komende bestuurder voor laten gaan.
 
Image

 

Rijbaanversmalling links.

 


Bij de blokkade aan de andere kant van de rijbaan zou jij door mogen rijden. Let goed op tegemoet komende bestuurders die misschien nog even snel doorrijden.
 
Image

 

Slipgevaar.

 


Het hoeft niet alleen glad te zijn bij ijzel of sneeuw. De weg kan ook glad zijn bij regen als het lang niet heeft geregend. Vuil op het wegdek lost op en zorgt voor gladheid. Misschien heb je het wel eens gezien. Het regent dan zo hard de er schuim op het wegdek ontstaat. In agrarische gebieden kan tijdens oogsttijd veel modder op het wegdek liggen.
 
Image

 

Kinderen.

 


Vaak staat dit bord bij scholen en speelplaatsen. Kijk tussen auto's door en kijk door de ramen van auto's om eventueel gevaar tijdig op te merken. Daarbij komt dat als de school uitgaat de kinderen erg uitbundig kunnen zijn. Ouders die met de auto de kinderen ophalen kunnen voor opstoppingen zorgen.
 
Image

 

Voetgangersoversteekplaats.

 


Voetgangers die te kennen geven dat ze van plan zijn om bij een zebrapad over te steken, moet je voor laten gaan. Kijk ver vooruit, naar links en rechts, om naderende voetgangers op tijd te zien en laat zien dat je van plan bent om voor ze te stoppen. Bij het zebrapad zelf staan ook nog blauwe informatieborden.
 
Image

 

Voetgangers.

 


Je kunt hier overstekende voetgangers verwachten. Merk ze tijdig op en maak oogcontact zodat je tijdig weet wat de ander van plan is.
 
Image

 

Fietsers en bromfietsers.

 


Dus niet alleen fietsers! Ook bromfietsers, snorfietsers en gehandicaptenvoertuigen kunnen hier rijden of oversteken.
 
Image

 

Losliggende stenen.

 


Opspattende stenen. Houd afstand, een voorligger kan een steentje opwerpen. Er zit zo een ster in je voorraam. Bij nieuw asfalt en werkzaamheden kan dit gevaar ontstaan. En je hebt ook minder grip.
 
Image

 

Kade of rivieroever.

 


Vooral als het donker is, is een rand van de kade moeilijk in te schatten. Gebruik ook je handrem bij het verlaten van het voertuig en zorg dat je in de juiste versnelling staat voor het wegrijden...
 
Image

 

Groot wild.

 


Komt veel voor in natuur- en agrarische gebieden. In combinatie met wildspiegels (het licht van je koplampen weerspiegelen het bos in en schrikt wilde dieren af). Wijk niet uit, dat is vaak niet mogelijk door bomen langs de kant van de weg en door tegemoet komend verkeer.
 
Image

 

Vee.

 


Dit bord vind je veel in buitengebieden. Ze staan op plaatsen waar het vee de weg kan oversteken. Blijf rustig en geduldig ten opzichte van de dieren en hun begeleider.
 
Image

 

Tegenliggers.

 


Dit bord staat vaak als meerdere rijstroken teruggebracht worden naar één rijstrook. Vaak na kruisingen met meerdere rijstroken. Let op bestuurders die van de linkerrijstrook terug moeten naar de rechter rijstrook.
 
Image

 

Laagvliegende vliegtuigen.

 


Vooral in gebieden rondom een vliegveld. Overige bestuurders letten meer op vliegtuigen dan op het overige verkeer.
 
Image

 

Zijwind.

 


Wees bedacht op windstoten op bruggen, bij open veld of een groot wateroppervlak. Vaak hhangt er ook een windzak die de kracht en de windrichting laat zien. Let vooral op grote voertuigen zoals vrachtwagens, auto's met aanhanger die veel wind vangen. Instabiele weggebruikers zoals motoren en fietsers hebben veel last van zijwind.
 
Image

 

Verkeerslichten.

 


Vooraanduiding van verkeerslichten bij kruisingen. Vooral geplaatst als de snelheid wat hoger ligt of het verkeerslicht niet op tijd te zien is door bebouwing of begroeiing.
 
Image

 

File.

 


Kans op file. Kijk ver vooruit en merk de file op tijd op. Bedenk dat je achterligger de file ook niet zo snel in de gaten heeft, vooral als hij er erg dicht achter zit. Geef met je alarmlichten op tijd aan dat het verderop stilstaat. Zet je alarmlichten pas uit als je "rugdekking" hebt. Je kan ook gewaarschuwd worden door elektronische signalerinsborden.
 
Image

 

Ongeval.

 


Vaak in combinatie met een elektronisch signaleringsbord. Let vooral op kijkers naar het ongeval.
 
Image

 

Slecht zicht door sneeuw, regen of mist.

 


Pas je gedrag aan aan het veranderende weer.
 
Image

 

IJzel of sneeuw.

 


Dit soort borden, net zoals bovenstaand bord, worden vaak geplaatst op plekken waar het eerder glad word door bevriezing (denk aan bruggen) of waar je door open veld meer last hebt van jagend of stuivend sneeuw.
 
Image

 

Algemeen gevaarsteken.

 


Altijd in combinatie met een onderbord die het gevaar aangeeft.
 
Image

 

Verkeersdrempel.

 


Het bord geeft niet aan hoe hoog de drempel is. Vooral binnen woonwijken en 30 km/u zones. Maar ook steeds meer buiten de bebouwde kom op 60 km/u wegen.
 
Image

 

Waarschuwing voor een elektrische in- en uitschuifbare paal.

 


De toegankelijkheid word hiermee geregeld. Dat noemen ze een poller. Er staat altijd een praatpaal bij zodat je jezelf kenbaar kan maken via een pasje zodat je naar binnen mag, of door te bellen met de centrale die de poller op afstand regelt.