Let op! Dit is aanvullende tekst op het hoofdstuk "Kruisingen en voor laten gaan" in je app:
Lees dit aandachtig door. Examenvragen gaan over:

  • Kruisingen.
  • Voorrangsregeling.
  • Afslaan.
  • Militaire colonnes en uitvaartstoeten

Op het theorie-examen zullen ze géén vragen stellen over het doorsnijden van militaire colonnes en uitvaartstoeten op voorrangswegen en rotondes.

De regel is:

Bestuurders mogen een kruispunt niet blokkeren.

Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders.
Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen:

  • bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op
    een verharde weg.
  • bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram.

Voetgangers doen niet mee met de voorrangsregel. Bij voetgangers spreken we over voor laten gaan.
Als je de begrippenlijst in je app hebt gelezen, dan weet je wat bestuurders zijn.

Voorzichtig naderen

Op kruisingen heb je te maken met veel verschillend verkeer wat verschillende richtingen uitgaat. Het is dus belangrijk dat je bij nadering van kruisingen je snelheid eruit haalt en voorzichtig nadert. Kijk ver vooruit en weet wat voor een kruising je nadert. Is het een gelijkwaardige kruising of rij je op een voorrangsweg? Is het een gevaarlijke kruising of is het een afbuigende voorrangsweg? Het verkeer moet veilig kunnen doorstromen.

Zie ook hoe druk het is, waar je je moet opstellen en of de kruising te overzien is. Waar bevinden de verschillende weggebruikers zich, met name fietsers en voetgangers. Mogen bromfietsers op het fietspad rijden?

Zorg dat je het doorgaande verkeer niet hindert. Het kan zijn dat wanneer je een kruising niet kan overzien, je toch iets op het fietspad moet gaan staan voor een beter zicht. Hinder daardoor de fietsers zo min mogelijk. Stop dus eerst voor het fietspad en als het fietspad vrij is rol dan langzaam op.

Soms mag je op de kruising stilstaan. Dat is wanneer je linksaf wilt slaan op een voorrangskruising of een voorrangsvoertuig moet laten voorgaan. Verder mag je alleen een kruising oprijden als je meteen door kunt rijden en de kruising kan vrijmaken of als je tussen twee verkeersstromen kunt opstellen.
Als er bestuurders zijn die voorrang aan anderen moeten verlenen, kan er een moment zijn dat je door kunt rijden terwijl je eigenlijk geen voorrang hebt. Dit noemen ze gelegenheidsvoorrang.

Image

Kruisingsvlak

Het kruisingsvlak is het centraal gelegen vlak op een kruispunt (het grijze vierkant op de tekening). Simpel gesteld loopt het kruisingsvlak van stopstreep tot stopstreep. Bij een kruising met gescheiden rijbanen heb je twee kruisingsvlakken. Vaak kan je dan tussen de verkeersstromen opstellen. Weet zeker dat je door kunt rijden en niet op een kruisingsvlak stil komt te staan. Als op een zebrapad vlak na de kruising voetgangers oversteken, sta je stil op de kruising.

Het kan zijn dat je voor een bus of vrachtauto niet door kunt rijden tot het kruisingsvlak. Zo'n bus of vrachtauto zijn zo groot dat ze meer ruimte nodig hebben om de bocht te maken. Geef ze de ruimte door eerder te stoppen. Ze kunnen daardoor ongehinderd doorrijden en de kruising vrijmaken.

Voorrang verlenen

Voorrang verleen je aan bestuurders van rechts of aan kruisende bestuurders als je een voorrangsweg nadert. Dus geen voetgangers. Als je hard komt aanrijden en je stopt op het laatste moment voor de haaientanden, dan verleen je geen voorrang. Je moet de bestuurders die voorrang hebben de indruk geven dat je van plan bent om ze voor te laten gaan. Als je rechtsaf wilt slaan en je kan de weg oprijden, let dan voor dat je optrekt op of er niet iemand op de kruisende weg met een inhaalactie bezig is. Hij rijdt dan op jou weghelft. Op een voorrangsweg mag je ook inhalen als je een kruising nadert!

Een stopbord geeft al aan dat je een gevaarlijke en onoverzichtelijke kruising nadert. Je moet voor de haaientanden of stopstreep gaan stilstaan. Als de auto voor je oversteekt, moet jij eerst weer stoppen voor de stopstreep. Je moet overzicht hebben en zeker weten dat je kunt oversteken. Let hierbij vooral op voetgangers, ze denken dat je voor hen stopt. Maar jij weet ondertussen dat voetgangers geen voorrang hebben. Laat ze maar gaan als ze beginnen met oversteken.

Kruisingen zonder borden en zonder een onverharde weg, noemen we een gelijkwaardig kruispunt. Bestuurders van rechts hebben voorrang. Let ook hier weer op overstekende voetgangers na de kruising. Zodra jij stilstaan, gaan zij lopen. En als jij weer optrekt, ben je eerder bij die voetganger dan je denkt. Vaak word er in de rijbaan voor de kruising een drempel geplaatst om bestuurders te dwingen langzamer aan te komen rijden. De kruising veranderd er niet door, het blijft een gelijkwaardig kruispunt. Het kruisingsvlak van een kruising kan ook een drempel zijn. Van alle richtingen kom je dus een drempel oprijden. Ook hier veranderd er niets aan de regels voor een kruising.

Een gevaarlijke kruising aangegeven met dit bord, moet je rustig naderen. Dit bord staat meestal voor een onoverzichtelijk gelijkwaardig kruispunt. Schakel altijd een versnelling terug.

T-kruisingen zijn een verhaal apart. Als jij naar een splitsing toerijdt en je kan alleen maar links- of rechtsaf, dan denken veel bestuurders op de kruisende weg dat ze voorrang hebben. Blijf goed opletten en verzeker je ervan dat de bestuurder van links remt.

Voor alle kruisingen geldt: ook al heb je voorrang, blijf goed twee kanten opkijken! Er kan altijd iemand aankomen die jou niet gezien heeft.

Onverharde wegen

Als je op een onverharde weg rijdt en je nadert een kruising waarvan alle wegen onverhard zijn dan gelden de normale verkeersregels. Wanneer je echter van overhard de verharde rijbaan oprijdt, dan verleen je voorrang aan alle kruisende bestuurders. Let wel; kruisende bestuurders. Als een bestuurder naar je toe komt en hij wilt afslaan, dan ga jij door als je rechtdoor gaat. Rechtdoorgaand verkeer gaat voor afslaand verkeer. Verhard of onverhard is het enige verschil wat gemaakt word. Of je nu van baksteen naar asfalt gaat, het blijft een verharde weg. Nader je een onverharde weg van rechts en je rijd op een verharde weg, dan heb je voorrang.

In- en uitritten

In de wet komt geen definitie meer voor van een in- of uitrit omdat dat teveel verwarring gaf. Maar dit kan je aanhouden: een uitrit is een constructie die aan de rijbaanzijde is verlaagt en waar het trottoir en trottoirrand doorloopt. Je komt dus als het ware van of over het trottoir af gereden. Vaak staan er ook paaltjes of betonblokken (schampblokken) bij de verlaging. Als bestuurder moet je bij het oprijden of verlaten van de inrit, al het verkeer voor laten gaan. Dus ook voetgangers. Vaak kom je een 30 km/u zone ingereden of een woonerf. Aangezien die bijna altijd binnen de bebouwde kom liggen, mag je bij het verlaten van de zone of woonerf 50 km/u rijden.

Kruisingen met of zonder werkende verkeerslichten

Verkeerslichten regelen het verkeer op een kruising vaak vlotter en veiliger dan wanneer ze er niet zouden staan. Je weet dat oranje betekent dat je moet stoppen. Als dat echt niet meer kan, mag je doorrijden. Oranje lichten blijven binnen de bebouwde kom 2 seconden op oranje voor ze naar rood springen. Buiten de bebouwde kom blijven ze 4 seconden op oranje. Dit in verband met de snelheden die gereden mogen worden. Als je 50 rijdt, leg je ongeveer 15 meter per seconde af. Als je 80 rijdt, is dat 32 meter per seconde. Aangezien je een seconde reactietijd hebt, ben je in die seconde al 15 of 32 meter verder voordat je begint met remmen. Dan ben je blij als de lichten wat langer op oranje blijven. Maar nooit extra gas gaan geven om nog net door oranje te rijden. Je rijdt dan bijna altijd door rood. Buiten het feit dat door rood rijden een dikke boete oplevert, is het ook nog eens levensgevaarlijk.

Bij verkeerslichten staan vaak ook verkeersborden die de voorrang regelen. Die borden gelden pas wanneer de verkeerslichten niet werken. Dus als jij groen hebt, hoef je niet nog eens te stoppen voor de haaientanden. Let wel op, mensen rijden bij kruisingen met verkeerslichten vaak op gewoonte en gaan ervan uit dat ze altijd werken. Als ze opeens niet werken, schept dat verwarring. Let op voorliggers die opeens remmen. Of bestuurders die plots oversteken omdat ze denken dat ze voorrang hebben. Sommigen denken dat ze geen voorrang hebben terwijl dat wel zo is. Verleen voorrang en creëer duidelijkheid. Zo blijft het voor iedereen veilig.

Image Image

Afbuigende voorrangsweg

Een afbuigende voorrangsweg is een weg die naar links of naar rechts afbuigt op een kruising. Het lijkt soms ook alsof je afslaat maar je volgt de doorgaande weg. Er word op een onderbord aangegeven hoeveel wegen er op de afbuigende voorrangsweg afkomen en hoe de voorrangs weg loopt. Op dit plaatje heeft de voetganger geen voorrang, de doorgaande weg loopt naar rechts en is een voorrangsweg. Trek de voorrangsweg in je gedachten eens recht. Als het geen bocht zou zijn maar een rechte weg, met twee zijstraten van links met haaientanden, dan zou je hem ook niet laten oversteken. Hij steekt dus eigenlijk de voorrangsweg over en is dus geen rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg. Maar wees alert, als hij toch oversteekt, moet je er wel op kunnen reageren. Meer hierover in het volgende gedeelte over afslaan.

De 6 verschillende onderborden die je bij een afbuigende voorrangsweg kan vinden. Als je één van deze borden ziet, dan rij jij op de voorrangsweg. Jij bent die dikke zwarte afbuigende streep. Die dunne balkjes zijn de wegen die erop uitkomen. Als je zo'n afbuigende voorrangsweg nadert, dan zie je het onderbord anders, namelijk gedraaid.

Afslaan

Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor. Heel veel mensen hebben hier moeite mee. Eerst maar eens kijken wat die zin nu zegt.

Verkeer: deze regel gaat dus over alle weggebruikers, ook voetgangers.
Rechtdoorgaand: iedereen die rechtdoor gaat, mag ook rechtdoor blijven gaan en worden daarin niet gehinderd.
Op dezelfde weg: een weg gaat rechtdoor. Iedereen die met jou meeloopt of meerijd, bevind zich op dezelfde weg als jij.

En dan kom je op een kruising. Zolang iedereen rechtdoor blijft gaan, is er niets aan de hand. Maar er is er altijd eentje die niet meer rechtdoor wil. Die  van de weg af wil waar iedereen nog zo lekker op rechtdoor ging. Ja, dat moet hij weten, ik ga rechtdoor, ik loop of rij ook rechtdoor. Dus de bestuurder die afslaat, zal even moeten stoppen om degene die op de doorgaande weg blijft, voor te laten gaan.

Nu komt er een bestuurder van links of van rechts. Dat is niet op dezelfde weg, dat is op de kruisende weg. Dus als jij rechtsaf slaat en je ziet rechts naast je een voetganger die rechtdoor gaat, dan gaat hij voor. Komt er iemand van links dan heeft hij geen voorrang want hij komt van de kruisende weg.

Dus zolang jij rechtdoor gaat, heb je niet met deze regel te maken. De regel geldt alleen wanneer je afslaat.
En als je afslaat:

De korte bocht gaat voor de lange bocht. Als jij afslaat naar rechts, zal degene die naar je toekomt en dezelfde weg in wilt, en dus linksaf slaat, jou voor moeten laten gaan. Jij gaat naar rechts: korte bocht, hij gaat naar links: lange bocht.

Een tram heeft altijd voorrang. Of hij je nu van achteren of van voren nadert, of hij nu afslaat of niet, jij moet stoppen. Zoals het zo mooi in de wet staat: trambestuurders volgen de verkeersregels zolang het verenigbaar is met de loop van het spoor. Er zijn twee situaties waarbij de tram voorrang moet verlenen.

  • Als de tram een voorrangsweg nadert, moet hij de kruisende bestuurders voorrang verlenen.
  • Als de tram een zebrapad nadert, moet hij de voetgangers voor laten gaan die van het zebrapad gebruik maken.

Militaire colonne

In de app heb je er alles al over gelezen. Hier een paar plaatjes die het één en ander verduidelijken

Image

 

Jij mag doorrijden. Het eerste voertuig is nog niet begonnen met de kruising oversteken en hij komt van links op een gelijkwaardige kruising.

Image

Jij moet stoppen. Het eerste voertuig is al begonnen met de kruising oversteken.

Image

 

Jij mag doorrijden. Je hebt groen en de auto die zich in de militaire colonne bevind, moet gewoon de verkeersregels volgen dus stoppen voor rood.

Image

 

Jij moet stoppen. Ondanks dat je groen hebt. Het eerste voertuig is begonnen met rijden toen hij groen kreeg. Nu mag de rest wat volgt, blijven volgen ondanks dat het licht alweer op rood is gesprongen.

Voor uitvaartstoeten gelden dezelfde regels als voor een militaire colonne. Met twee uitzonderingen: volgauto's van een rouwstoet moeten stoppen voor een rood verkeerslicht, ondanks dat de eerste auto al door groen gegaan is. Bij het invoegen op de snelweg, moeten ze de normale verkeersregels volgen.

Voor allebei geldt dat wanneer het eerste en de volgende voertuigen een voorrangsweg of rotonde naderen, ze de kruisende bestuurders voor moeten laten gaan, ondanks dat het eerste voertuig al is overgestoken. Dit voor de volledigheid, over doorkruisen op voorrangswegen worden geen vragen gesteld op je theorie-examen.